Grijze Kat is een eindbaas. Groot, sterk, stoer, gehavend, en bovenal soeverein. Zo staat ie voor m’n neus, zo loopt hij de dijk weer op om in het niets te verdwijnen. Een zwerver pur sang, een zwerfkat met grandeur.
En als hij er dan weer even is, heeft hij altijd wat. Een gescheurd oor, een dikke poot, een etterende bult onder zijn oog. Hij eet wat, doet een dutje naast Duifje in de hooiberg, en net als ik de dierenarts wil bellen is hij al weer vertrokken. Grijze Kat dopt zijn eigen boontjes.
Op een dag, we hebben hem weken niet gezien, loopt ie luid krijtend het pad op. Ook zoiets. Grijze Kat miauwt niet, hij mekkert als een schorre geit. Mijn hart maakt een sprongetje. Hé Grijze Kat, ben je daar weer vent? Want zo is het wel natuurlijk, die kat heeft mij in de tang. Hoe minder ik hem zie, hoe meer hij in mijn hoofd zit. Hoe zou het toch met Grijze Kat gaan? Er zal toch niks ergs met hem gebeurd zijn?
Ik zet vast een bakje eten klaar.
Maar als hij wil gaan eten lukt dat niet. Zijn bekkie staat halfopen, hij krijgt zijn kaken niet meer van, maar ook niet meer op elkaar. Wat nu? Een normaal huiskatje zou je dan even op schoot nemen om te kijken wat er aan de hand is. Zo niet bij deze knaap.
Als Grijze Kat geaaid wil worden – hij bepaalt – is dat nooit zonder risico. Het begint met woest kopjes geven. Hier! Hier! En daar! Pak aan nóg eentje! Als de respons naar zijn zin is gaat hij er eens goed voor liggen. Maar zodra hij zich overgeeft moet je op gaan passen. Aan alles komt een eind en dat pikt hij niet. Vaak eindigt zo’n aaisessie dan ook in woedend gegrom en een kras op mijn hand.
Maar er zal nu toch iets moeten. We zullen het beest in de bek moeten kijken.
Ziezo. Het beest staat op het aanrecht. Nu doorpakken. Een twee drie in godsnaam. Ik zet me schrap, maar die houdgreep slaat nergens op. Grijze Kat blijft doodstil zitten, we mogen zomaar kijken, hij laat alles toe. Hé kijk nou. Wat zit daar? Daar, linksboven, daar zit iets. Helemaal achterin. Het lijkt wel of zijn boven en onderkiezen door iets aan elkaar geklemd worden. Wat is dat?
Ik pak een taartvorkje en begin voorzichtig te wrikken. En dan schiet er iets los. Een stukje kippenbot! Een halswerveltje, de boosdoener die de kaken van Grijze Kat stevig op elkaar hield. Lieve slimme Grijze Kat. Hij heeft aan z’n water gevoeld dat hij mee moest werken. Zonder hulp zou hij onherroepelijk verhongerd zijn.
Een maand later liggen er vijf kittens in het schuurtje. Drie roodjes en twee grijsjes. Grijze Kat is vader geworden!
Wordt Vervolgd.
uit De wereld van Familie Bofkont – copyright Dafne Westerhof
PS
Het is al weer bijna Allerzielen. De herinneringen tuimelen over elkaar heen. Fijne vrijdag allemaal!