VAN PISPAALTJE TOT KONINGIN VAN HET BOFKONTBOS

BETSY ontwaakt in haar Varkensvilla

Op deze 11e september zou Betsy 11 jaar geworden zijn. Zou.

Bij het wakker worden haalde ik me onze kennismakingsperiode voor de geest.

Kersvers uit de bio-industrie, zomaar ineens een eigen Bofkontbos tot haar beschikking, het viel allemaal niet mee. Ik weet niet wie er verdwaasder rondliep, zij of ik. Betsy omdat weggehaald worden uit je vertrouwde omgeving voor ieder varken een trauma is. Zelfs al was die vertrouwde omgeving de bio-industrie. En ik omdat ik me, eeuwig lijdend aan de Ziekte van Heimwee, zo goed kon voorstellen hoe Betsy zich moest voelen. Emphatie. Je kunt er maar knap last van hebben.

Laatst kreeg ik een film opgestuurd.

Big in huis. Au. Big aan de sloop. Big moest weg. Au. Big werd gehaald en los in de auto gezet. Au. Onderweg werd er nog een kalfje opgehaald en er plompverloren bij gezet. Au. Er volgde een lange, lange autorit, want VS. De chauffeur stopte aan zee. Big werd uit de auto gehaald. Au. Even een stukje wandelen. Au. Alles voor de film. Au. De man was een en al opgeklopte vrolijkheid. Kijk mij eens leuk met big zijn. Au. Emphatie. Je kunt er ook te weinig van hebben. En de reis ging notabene naar een farmsanctuary. Big en kalf zullen daar vast een goed leven gekregen hebben, maar ik heb de film niet af kunnen kijken.

Terug naar Betsy.

Ze vond me maar een griezel. En gelijk had ze. Ik rook anders, ik klonk anders, in niets leek ik op haar boer, bij wie ze 5 volle jaren had gewoond. De eerste dagen was ze te beduusd om een kik te geven. Af en toe zei ik wat tegen haar dovemansoren. Ze reageerde nergens op. Zomaar haar huisje inlopen? Pas op dag 3 ging ik voorzichtig eens in het verste hoekje zitten. Betsy bleef de kat uit de boom kijken.

Aanraken was er natuurlijk helemaal niet bij. Ik verzon een list. Hoe kon ik Betsy laten weten dat ik goed volk was? Het leek me een goed idee om haar dat letterlijk te laten voelen. Ik plaatste mijn stoeltje een stukje in de deuropening, ging een boek lezen, en deed alsof ze lucht was.

Maar als Betsy naar buiten of binnen wilde, móest ze wel met mij in aanraking komen. Ze verzamelde moed, wurmde zich met haar grote lichaam langs me heen, mijn stoeltje wankelde door haar gewicht, maar ik greep me vast aan de deursponning en las stug door. Voor ik het boek uit had, maakte ze geluid en niet veel later vond ze het leuk als ik op bezoek kwam. En we raakten niet meer uitgeklessebest. Toen heb ik deze foto gemaakt.

Fijne vrijdag allemaal!

PS

BETSY – oormerknummer 1818
Er was eens een fokzeug…

Betsy. Op 11 september 2009 kwam ze ter wereld bij een moedervarkensfokker. Van meet af aan werd ze door haar broertjes en zusjes op haar kop gezeten. Ze hadden het vooral op haar oren gemunt. Gelukkig verhuisde ze in april 2010 naar de volgende boer. Ze was dan wel erg verlegen maar blijkbaar toch goed genoeg om fokzeug te worden. En zo werd ook zij een moedervarken. Nummer 1818.

De kooi in was verschrikkelijk. Maar voor het eerst in haar leven had ze rust. Niemand kon haar meer lastigvallen. Ze zaten állemaal opgesloten.

Het eerste zaad dat ze kreeg toegediend kwam van fokbeer 120962. Van zijn sperma moest ze vleesvarkens gaan maken. Met de schouders van Arnold Schwarzenegger en de billen van Kim Kardashian: de allerbeste schouder- en achterham.

Tot de boer verplicht werd tot groepshuisvesting. En wie werd weer het pispaaltje?

Toen kwam er een vrouw. Haar hart brak bij het zien van de gepeste nummer 1818. De drachtige Betsy mocht mee naar Het Bofkontbos. Daar kreeg ze 6 zonen en 4 dochters. En ze leefden nog lang en gelukkig…

Uit Moedervarkens, copyright Dafne Westerhof

_____
Facebook versie + reacties    https://facebook.com/FamilieBofkont/posts/3339301382855185/