Theo & Wim
 ondertitel

Theo & Wim

Wat doe je als je door een boswachter van Staatsbosbeheer wordt gebeld met de vraag of je kunt helpen? Dat hij twee gedumpte hangbuikzwijnen moet doodschieten en het niet kan? Dan zeg je dat hij deugt omdat hij als ambtenaar tegen de wil van zijn baas in gaat, je regelt een biggenoppas en gaat op pad.

Als varkensredder kom je nog eens ergens. Deze keer op een woest weiland ergens achteraf in de buurt van Veenendaal. Een paradijselijke plek waar zich een klein drama afspeelt. Ambtenaar Theo staat ons al op te wachten, samen met zijn collega Wim. ‘Ze zitten daar’, wijst Theo, ‘kom maar mee’. Ik voel hun vrolijke opwinding. Dit maken ze niet alle dagen mee.

Hartje zomer, bloedheet. We struinen al een heel eind maar nog geen varken te bekennen. Theo beent met grote passen, wijdse armgebaren en luide stem naar een rietoever. Ineens een brul en een grote zwarte harige flits. Luid blaffend vliegt er een varken langs ons heen. We hebben het nakijken. ‘Verderop zit die andere’, vervolgt Theo zijn route, maar ik hou hem tegen. ‘Zo werkt het niet bij varkens, en zeker niet bij gedumpte, laat ons maar even.’

Het tweede hangbuikzwijn ligt aan de waterkant. Hoe gaan we dat sneue dier te pakken krijgen? Voorlopig nog maar even niks doen. Stel je voor dat die er ook vandoor gaat, dan staan we hier over een week nog. We moeten eerst een plan trekken. Ik overleg telefonisch met dierenarts P. Hij zal moeten komen met zijn verdovingsgeweer. Maar eerst moet het gevluchte varken terugkomen. En dat kan maar op een manier: met voer. Theo en ik stappen in de Staatsbosbeheer-jeep en gaan op weg naar een boerencoöperatie. D. en Wim houden de wacht. Als Theo en ik met een grote zak varkensbiks en drinkwaterbakken terugkomen, is alles nog hetzelfde. We strooien de biks uit, vullen de waterbakken en dat is het voor vandaag. Morgen zullen we weer op dezelfde plek en tijd komen voeren. P. komt dan en de vluchteling hopelijk ook weer…

De volgende dag is het terrein gemaaid! Wat erg. Het vluchtvarken is even terug geweest maar is er nu voorgoed vandoor. Hij is niet gek. Een gemaaid terrein geeft geen beschutting. Nu is hij bij een boer in de maisvelden gesignaleerd, een stuk verderop. Varkens vangen is een vak. Dat maaien had nooit gemogen. Voor vandaag zit er niks meer in dan contact proberen te maken met het varken aan de waterkant. Dat lukt. Maar morgen moeten we toch echt spijkers met koppen gaan slaan.

Dag 3. Ik rij de Volvo, D. volgt in het busje. Theo belt. Baas is het zat. Het zwarte monster uit de maisakkers zou de boerin aangevallen hebben. Hij moet nu dood. Ik sein D. in, en geef gas. Op de plek des onheils een telefoontje van P. ‘Ik heb een spoedoperatie, kan er niet eerder zijn dan vanavond.’

Wat nu? We regelen een dierenarts met toebehoren uit Ouwehands Dierenpark. Het hele dorp loopt uit. Theo stormt wild van angst het mais uit. Amper ‘plat’ te krijgen. ‘s Avonds laat ontmant P. Theo nog in het schijnsel van de koplampen. Bij Wim tanden en hoefverzorging. Theo en Wim? Ja. De woeste heet Theo en de zachtaardige, die achterin de Volvo ligt, is Wim. Diep in de nacht zijn we weer terug op Het Beloofde Varkensland. Bekaf, maar het is gelukt! Amstelveen, juni 2005.



uit het Familie Bofkont Boek – 42 ste druk
Copyright Dafne Westerhof / Het Beloofde Varkensland

Het Familie Bofkont Boek is te bestellen via
https://familiebofkont.nl/boek-bestellen