Stiertje Herman
 ode aan dé stier

Stiertje Herman

Na het avontuur op de veemarkt volgt alsnog een wilde zoektocht naar een look-alike van Stier Herman. Want daar was het om begonnen en Zeus is vast ook heel blij met een vriendje. Ik bel verschillende boeren en ben overal welkom. Niets leukers dan aan de keukentafel bij een boer. Zodra het over koeien en varkens gaat, ben ik in m’n element. Na de koffie naar de koeien. Altijd spannend. Soms loop ik een ouderwetse deel op, meestal is ‘t een moderne ligboxenstal. Stallen vol blaarkoppen. Maar de ene blaarkop is de andere niet. Bij de ene boer voornamelijk rode, bij een andere wel zwarte, maar dan klopt de vorm van de blaren (cirkels rond de ogen) weer niet. Er is altijd wel wat. Stier Herman had losse blaren. Zo een moet het dus zijn.

Bij een boer in de kop van Noord-Holland staat er eentje. Helaas, een koekalfje. Ze staat tussen een stel andere vastgebonden kalfjes in een ruim hok op stro. ‘Anders gaan ze navelzuigen’, verklaart de boer. ‘Beter dan deze groepshuisvesting gaat niet.’ Dan hoor ik geknor naast de kalfjes. Geknor? ‘Ja’, lacht hij, ‘ik heb er ook een paar’. Ik leer veel op deze middagen. Over blaarkoppen, maar ook dat elke boer boert op zijn eigen manier.

Het voelt steeds raarder om op zoek te zijn naar een bepaald kalfje. Alsof ik een rashondje bij een fokker ga kopen. Tot nu toe bepaalde het lot altijd wanneer zich een pechvogel aandiende. Dan was er een noodzaak. Nu ga ik op voorhand selecteren. Slaat nergens op Westerhof, zeg ik tegen mezelf. Stop daar mee.

De start van het Jaar van de Os vier ik met Zeus voor de webcam. De Bofkontfans zitten ‘s nachts achter hun laptops klaar. Op 26 januari 2009 begint het Chinese Nieuwjaar en kunnen ze Zeus bewonderen.

Een paar dagen later komt er ineens een mail van een boer uit Lelystad: ‘Hallo Dafne, er is gisteren bij de buurman een kopie van Stier Herman geboren. Twee losse blaren, roze neus, hoog wit achterbeen. Pas maar op, zien is hebben!!’ Ik sta versteld. Lelystad! Daar werd dé Stier Herman ooit verwekt in een reageerbuis. Dit moet dus zo zijn.

De volgende dag staan we in een megagroot hypermodern melkveebedrijf in Leylstad. Zeker meer dan 200 koeien. Maar waar zijn de kalfjes? ‘Loop er maar vast heen’, zegt de boer, en duwt me een emmer melk in de handen. Ik open de aangewezen deur en sta dan meteen buiten. Ai. De oostenwind zwiept me in het gezicht. Rechtsaf had de boer gezegd. Wat heeft die boer grote konijnen, denk ik als ik langs een lange rij hokken loop. Maar waar moet ik nou toch heen?

Dan zie ik het. Konijnen? Dit zijn de kalverhokken. De emmers hangen aan de buitenkant, de speen door een gat in de wand gestoken. Onderin ligt een laagje ijs. In een van de hokjes staat een electrisch kacheltje. ‘Ziek kalf’, verklaart de boer, die inmiddels achter me staat. Stiertje Herman vind ik aan ‘t eind van de rij. Hij kijkt me door de spleten tussen de planken aan. Ik hang de emmer op, vouw mezelf dubbel en kruip zijn hokje in. Herman zuigt op de felrode speen, die brutaal naar binnen steekt. Als de melk op is, helpt de boer hem voorzichtig de bus in. Thuis op het stro maakt Herman wilde bokkensprongen. Hoi hoi hoi! Ik ben een bofkont!



uit het Familie Bofkont Boek – 36ste druk
Copyright Dafne Westerhof / Het Beloofde Varkensland

Het Familie Bofkont Boek is te bestellen via
https://familiebofkont.nl/boek-bestellen