Sinds 1997 is Dierendag voor mij de belangrijkste dag van het jaar geworden. Het jaar van de varkenspest. Voor het eerst werden ruimingen op televisie vertoond. Ruimen. Dat rare woord hoorde ik een paar jaar eerder al op de landbouwschool. Net zoals gekkekoeienziekte, mij ook onbekend tot ik mijn boerenroots ging onderzoeken. Maar tijdens de varkenspest kreeg het woord ruimen er ineens beeld bij. Onvoorstelbare hoeveelheden dode – soms nog stuiptrekkende – varkens in grijpers.
Als antwoord op deze gruwel maakte ik van mijn Volvo stationwagen een sprookjesachtige varkenskijkdoos en parkeerde hem op Dierendag in alle vroegte in de P.C. Hooftstraat. Vervolgens maakte ik me uit de voeten en haalde hem ‘s avonds weer op. Er zaten briefjes onder de ruitenwisser: ‘Wat goed,’ en ‘wat een verademing in deze straat!’ Een vriendin, die bij toeval langsliep, zag een radioreporter. Hij wilde van het winkelend publiek weten wat ze van de varkenskijkdoos vonden. Hoe kwam die man daar? Van mij kon hij het niet weten, ik had niemand ingelicht.
Maar dit was wel precies waar ik stiekem op gehoopt had. Door middel van schoonheid iets teweeg brengen. De jaren daarna wordt het vaste prik; op Dierendag in Amsterdam ‘iets over varkens doen’. ‘Dafne’s Dierendagacties’ nemen steeds grotere vormen aan en zo zit ik ik op 4 oktober 2002 met een biggetje in de etalage van boekhandel Scheltema. Theodor Holman op een strobaal tegenover ons. Passanten kijken buiten op klapstoeltjes toe, er hangen geluidsboxen aan de gevel. ‘Vertel maar,’ zegt Theodor en dan steek ik van wal. Over de boerenschool, de bio-industrie, varkensflats, Billie Bofkont & Co en het biggetje op mijn schoot: Miss Universe. Ook doe ik mijn concept ‘Het Beloofde Varkensland’ uit de doeken. Het staat buiten zwart van de mensen. Ze tikken tegen de etalageruit. ‘Hoeveel moet dat biggetje kosten?’ Na drie uur sluit Theodor het marathoninterview af. De tijd is voorbijgevlogen, de meeste mensen zijn al die tijd blijven zitten en staan.
Het plan voor de etalage was in de voorbesprekingen nog veel wilder geweest. Zou het niet leuk zijn om Aagje te masseren in de etalage, stelden de etaleurs voor. Ze zagen het helemaal voor zich. Ik barstte in lachen uit. Aagje is inmiddels vier jaar en van dat lieve biggetje van weleer is niks meer over. Als ze de winkel willen verbouwen, dan moeten ze deze rouwdouwer zeker uitnodigen. Succes verzekerd.
Maar al een poosje liep ik met het idee rond om met een beeldschoon varkentje mensen te verleiden na te denken over de productie van vlees.
Vlak voor Dierendag krijg ik een door de moeder verstoten biggetje in de schoot geworpen. Een Göttinger zwijntje. Als proefdierras ontwikkeld aan de Universiteit van Göttingen. Miss Universe. Zwart kopje, zwart kontje. Een roze lijfje. Het roze van de opeetvarkens, het zwart van de hobbyvarkens. Twee vliegen in een klap. Want sinds de komst van Stalker en Lady Lolita weet ik dat er verborgen varkensleed bestaat bij de mensen thuis. Ook dat moet maar eens verteld worden.
En zo komt Miss Universe in de etalage terecht. Dierendag 2002 krijgt een literaire afsluiting. Miss Universe wordt toegesproken door Rudy Kousbroek. Hij leest haar zijn eigen varkensversjes voor. Het kan haar goedkeuring wegdragen.
Copyright Dafne Westerhof / Het Beloofde Varkensland
https://familiebofkont.nl/boek-bestellen