Knor & Knorrie
 verborgen varkensleed

de aankomst van biggetjes Knor & Knorrie

Veel mensen die onze workshops bezoeken denken dat boeren monsters zijn. Als boerenkleindochter krijg ik dan altijd de neiging tot nuancering. ‘Weet je wat van de veehouderij? Eigen waarneming of praat je anderen na?’ En de belangrijkste vraag: ‘Doe je er zelf aan mee?’ En dat doet bijna iedereen, ook zonder het te weten. Er zitten zelfs gemalen varkensharen in bruin brood, om maar eens wat te noemen. Altijd goed om de discussie op gang te krijgen. En als ik dan begin te vertellen over verborgen varkensleed in andere beroepsgroepen, of bij de mensen thuis, vallen de monden open.

Knor & Knorrie worden op een winteravond gebracht in een cavia-kooitje. Twee magere scharminkeltjes: aan de oortjes kan ik zien dat ze nog geen week oud zijn. Het vrouwtje braakt van de stress. Ze worden vergezeld door een jongen en een meisje uit Brabant. De broer van het meisje werkt bij een dierenkliniek. De biggetjes zijn daar afgeleverd door een fotograaf: ‘Spuit maar dood, ik haal iedere keer weer nieuwe bij de boer.’

Tja, wie realiseert zich dat nou, als je voor het rek staat met die beeldige-biggetjes-ansichtkaarten? Een boer mag een biggetje of varken niet meer terugnemen na een fotoshoot of TV optreden. Dat is wettelijk zo bepaald. Terug van de buitenwereld naar de steriele omgeving van het moderne varkensbedrijf is verboden. Stel je voor dat er een besmettelijke ziekte mee komt, dan is de hele Nederlandse varkensstapel in gevaar. Zodra Knor & Knorrie het bedrijf af gaan zijn ze dus overgeleverd aan de zorg en het verantwoordelijkheidsgevoel van de fotograaf in dit geval. En die heeft een heel ander belang.

Om Knor & Knorrie aan het eten te krijgen probeer ik het specifieke geluid na te bootsen van een zogende zeug wanneer ze de melk laat schieten. Dat lukt maar matig, want die knor gaat op een uitademing en mijn klankkast haalt het niet bij die van een fokzeug. Maar mijn geknor op een inademing voldoet gelukkig ook. Ik krijg ze aan de brintapap. En na een paar weken ‘zit de groei er goed in’, zoals de boer gezegd zou hebben. Bed en warmtelamp doen de rest. En niet te vergeten de TLC – Tender Loving Care – van onze eigen oppascentrale Boy George.

Maar de rol van de fotograaf zit me niet lekker en ik ben benieuwd naar het standpunt van de dierenkliniek. Zouden ze deze ‘inslaapvraag’ vaker krijgen en wat doen ze dan? En weten zij wie die fotograaf is?

Ik ga er achteraan maar kom niet verder dan de vader van de broer van het meisje (is het nog te volgen?), die de biggetjes in het caviakooitje stopte en naar Familie Bofkont bracht. Vader wil niet dat zijn zoon in de problemen komt en zijn stageplek bij de kliniek verliest. Gelijk heeft ie.

‘Maar ik ben niet uit op een rel,’ leg ik hem uit. ‘Ik wil uw zoon graag een compliment geven en wie weet kan ik de fotograaf op andere gedachten brengen. En u hoeft niet bang te zijn, want ik hou dit uiteraard buiten de media.’ Maar de vader houdt zijn lippen stijf op elkaar.

Jammer. Gemiste kans. Nu blijft het bij twee geredde biggetjes. Dat is natuurlijk hartstikke fijn. Nog mooier is het als iedere reddingsactie een groter belang kan dienen, verder dan de beslotenheid van Familie Bofkont. Maar verborgen varkensleed heeft nu helemaal mijn aandacht en daarmee is de eerste stap gezet.



uit het Familie Bofkont Boek – 36ste druk
Copyright Dafne Westerhof / Het Beloofde Varkensland

Het Familie Bofkont Boek is te bestellen via
https://familiebofkont.nl/boek-bestellen