Brammetje & Bonestaakje
 veertien spenen

Brammetje & Bonestaakje

Het jaar 2005 brengt niet alleen BabyBig. Het Beloofde Varkensland wordt in maart de coverstory van de zaterdagbijlage van Het Parool. Acht pagina’s, veel foto’s. Daardoor kom ik bij Frénk van der Linden op TV en er komt een Familie Bofkont soap op RTVNH. Familie Bofkont in 16 delen. Elke aflevering een andere bofkont in de hoofdrol. Zo ook Brammetje. Brammetje wordt geboren op een kinderboerderij. Moeder krijgt 17 biggetjes, maar ze heeft 14 spenen. Drie biggetjes komen dus niet aan de bak. ‘t Maakt de kinderboerderijbeheerder niet uit. Tijd om buiten de boot gevallen biggen met de fles groot te brengen heeft hij niet (of maakt hij niet).

Twee bezoeksters zien de pechvogeltjes op de kinderboerderij aan de kant liggen. Ze nemen er alletwee eentje mee naar huis. Brammetje komt in een warm nest terecht. Fretjes, poezen, stinkdieren. Dat piepkleine biggetje kan er ook nog wel bij. Hoe moet hij heten? Aad Karbonaad? Bram Achterham? Na een week belt de kinderboerderij-beheerder op. ‘Zeg, als die big zes weken is, wil ik hem wel terug. En kun je hem van de week even langsbrengen, dan kan ik hem nog castreren.’ Mooi niet, denkt Ina, de biggenredster, die al lang weet hoe laat het is. Ze brengt hem dus naar haar dierenarts. Helaas zijn Brammetje’s staartje en tandjes wel al op de kinderboerderij gesneuveld. En daar is geen verdoving aan te pas gekomen.

Maar I. realiseert zich wel dat ze zich iets op de hals gehaald heeft, waarvan de gevolgen niet te overzien zijn. Brammetje zal binnen een paar jaar uitgroeien tot een beer van tegen de driehonderd kilo. Hoe moet dat gaan in haar rijtjeshuis? I. belt Het Beloofde Varkensland.

Als I. de deur open doet, trippelt er een heel klein biggetje op hooggehakte hoefjes om haar voeten heen. Hij voelt zich zichtbaar op zijn gemak bij haar. Biggetjes blijven een wonder, hoeveel je er ook al in je bed hebt gehad. I. laat zien dat Brammetje al een fanclub heeft op internet. Het worden prachtige opnames voor de soap en Brammetje mag na afloop mee naar Het Beloofde Varkensland. De volgende avond gaat de telefoon. Een huilende medewerkster van de bewuste kinderboerderij aan de lijn. Er ligt een broertje van Brammetje op sterven, nummer drie van de buiten de boot gevallen pechvogeltjes. Haast is geboden. ‘Heb je een sleutel van de kinderboerderij?’ vraag ik. ‘Weet je waar Babe, de zus van Brammetje heen gegaan is? Ken je die mensen? Ze wonen vlakbij jullie. Breng hem daar heen, dan spring ik nu in de auto.’

Het biggetje is graatmager, ijskoud en beeft als een riet. Ontstoken oogjes dichtgeplakt met smurrie. Ik geef de kinderboerderijmedewerkster een briefje van vijftig. ‘Hier. Zeg morgen maar tegen de beheerder dat ik hem gekocht heb.’ Terug naar huis. Dierenarts P. bellen. ‘Wat moet ik doen?’ ‘Maak een oplossing van water, suiker en zout. Geef dat elke tien minuten.’ Tegen het ochtendgloren voel ik dat dit magere bonestaakje het gaat redden. Het wordt een mooi weerzien voor de broertjes.

Ik kan het niet laten. Moet weten waar die andere biggen gebleven zijn. Na een half jaar bel ik de kinderboerderijbeheerder: ‘Die? O, die zijn allang weg. Op transport naar Italie.’ Moeder ligt inmiddels al weer met een nieuwe toom biggen. Gelukkig weten die nog van niks.



uit het Familie Bofkont boek – 33ste druk
Copyright Dafne Westerhof / Het Beloofde Varkensland

Het Familie Bofkont boek bestellen?
https://familiebofkont.nl/boek-bestellen/