Wat heb ik veel aan Wildeman, Juffrouw Loes en Mister Frisling te danken. Hoe kon ik weten dat wilde zwijnen een veel kalmere inborst hebben dan gedomesticeerde varkens? Juffrouw Loes en haar wildemannen hebben me dat geleerd. Door deze drie everzwijnen snap ik ook steeds meer van mijn roze bio-industrie lummels. Mijn achilleshiel is dan ook meteen geraakt als ik een berichtje krijg van een boswachter:
‘Ik ben boswachter en woon in de bossen rond Vierhouten. We hebben mekaar jaren terug al eens gesproken in de uitzending van Giel Beelen over Sneeuwvlokje. Op dit moment probeer ik een wildzwijnenbiggetje in leven te houden. Eerst waren er twee weesjes, nu nog een. Het diertje lijdt een kommervol en eenzaam bestaan. Als het al lukt, wordt het weer kanonnenvoer in dit zwaar bejaagde gebied. Is er misschien een oplossing in de vorm van opvang op uw boerderij? Op dit moment voer ik varkensbrok.’
Ach ja Sneeuwvlokje, breek me de bek niet open. Alleen al om dat beestje postuum nog recht te kunnen doen, wil ik naar de boswachter toe. ‘Eerst waren ze nog met z’n tweeën’, vertelt hij over het weesje, als we bij hem aan de koffie zitten. ‘Maar na een tijdje kwam hij altijd alleen. Hij liep er zo verloren bij. Ze redden het bijna nooit zonder familie.’
Voor de gelegenheid heeft D. een bench aangeschaft. De grootste die ze hadden. Een goede ingeving. De frisling heeft geen enkel vertrouwen in vreemde mensen. Niet zo gek als je door hun toedoen je hele familie verloren hebt. De bench is voorlopig zijn eigen wereldje, waar ik niet bij in de buurt mag komen. Ik herinner me dat Billie B. rustig werd van liedjes. Billie, Billie kom maar bij mij, allemaal Billies samen op een rij. Alsmaar hetzelfde wijsje als een mantra. Ook nu werkt het weer.
Het belangrijkste is dat dit keilertje aan mijn stem, geur en aanwezigheid went. Aanraken, daar hoef ik nog in geen tijden aan te denken. En toch krijg ik het gevoel dat daar juist een sleutel zit. Zal ik het niet eens heel voorzichtig proberen? En verdomd, als ik met uitgestrekte arm een lang strootje door de tralies steek en daarmee zachtjes over zijn vachtje strijk, valt hij meteen om. Maar als ik even later zijn eten in de bench wil zetten, gaat hij toch gewoon weer over tot de aanval. Geeft niet, er is een begin. Het weesje krijgt alle tijd die hij nodig heeft. Niks overhaasten. Die truc met dat strootje heb ik van een slimme moslim, tijdens een teamuitje hier. Toen hij zijn collega’s bij de varkens zag liggen, zag ik hem jaloers kijken. Bij Knor & Knorrie, om op te vreten zo klein en roze, kon hij zich niet bedwingen en pakte een strootje.
Er hangt zo’n droefheid om dit beschadigde wilde zwijntje heen. Een eigen vriendje, dat zou hem weer in balans kunnen brengen. Het wordt Bertje, een industriebiggetje. Wat een geluk, de boer is er eentje vergeten te couperen. Bert heeft een staart. Hoezeer Keilertje gesnakt heeft naar gezelschap, blijkt als de ‘broertjes’ met elkaar kennismaken. Niet de gebruikelijke territoriumgevechten, nee. Zodra Bert zijn roze snoetje in de binnentuin laat zien, loopt Keiler op hem af. Overmand door emoties zakt hij door zijn hoefjes. Daar is mijn broer! Mijn broer is terug!
Copyright Dafne Westerhof / Het Beloofde Varkensland
https://familiebofkont.nl/boek-bestellen