De Slagersmeiden
 vriendje voor Brody

De Slagersmeiden

Brody’s pilletjes slaan aan. Hij wordt er mellow van. Sterker nog: in feite is hij de hele dag zo stoned als een garnaal. Maar wat maakt dat uit? Zolang die afschuwelijke angst- en epilepsieaanvallen maar niet terugkomen. En het ziet er naar uit dat die nu dankzij de stringente medicatie verleden tijd zijn.

Maar hij is te allenig. Een eigen vriendje voor hem, dat is het toch wel minste. Maar wie? Ik krijg een mail van een man die van zijn vrouw afstand moet doen van zijn ‘mini’varkentje. Toen hij nog vrijgezel was nam hij zijn varkentje ‘s nachts in bed. Maar als getrouwde man heeft hij nu te dealen met een jaloerse vrouw. Weg met dat beest!

Ik ga erheen. Wie weet is het wat voor Brody? Het varkentje (nou ja, várken) is verbannen naar het piepkleine achtertuintje, op een piepklein stukje, in een piepklein hokje. Varken ongelukkig, man ongelukkig. Het doet hem zichtbaar pijn. Maar het vrouwtjesvarken is niks voor Brody.

Te groot, te bazig, dat krijg je met zoveel verwennerij, zo’n diva kan ik Brody niet aandoen. Verdamme! Daar heb je het weer. Als biggetje komen ze in de hemel, daarna worden ze verstoten uit het paradijs, dit keer door toedoen van de jaloerse echtgenote. Arm varken.

Dan maar rondstruinen op Marktplaats. Tot ik op een dag een mail krijg: ‘Beste Familie Bofkont, onze slager heeft ons verteld dat zijn huidige varken deze week geslacht gaat worden. We zijn groot fan van jullie concept. De aankoopsom is geen probleem, maar huisvesting natuurlijk wel, want hij kan niet zomaar in de achtertuin.’

Zou dit varken gezelschap voor Brody kunnen zijn? Een slachtvarken, veel te groot voor Brody, maar Het Beloofde Varkensland kent wel meer onmogelijke vriendschappen. Hangbuikzwijn Theo en Brutus, een slagersjongen van 360 kilo, werden toch ook dikke vrienden.

Er op af maar weer. En dan sta ik meteen voor het blok. Het blijken er twéé te zijn. Twee vrouwtjes. De slager is onverbiddelijk. ‘Die grote gaat deze week en die kleine hou ik nog zeker zes maanden hier. Die moet eerst nog meer vlees op de botten krijgen.’ Ik slik. Alleen achterblijven terwijl ze nérgens is zonder haar levensvriendin?

Ja, knikt de slager. Zo gaat het nu eenmaal. En de twee varkens dan samen nog wat langer aanhouden? Dat kan toch ook? Nee, dat kan niet. Waarom dan niet? En dan komt het hoge woord eruit: ze maken er zo’n troep van, die twee. Al die modderzooi, hij wordt er gek van.

Wacht eens even. Dus als het grote varken naar de slacht gaat blijft het kleine varken alleen achter. Maar als ik het grote varken van de slacht rédt, blijft het kleine varken óók alleen achter. Ik weet wat er dan gebeurt. Die gedachte kan ik niet verdragen. Medeplichtig aan een van verdriet wegkwijnend varken? Dat nooit.

Ik doe een idioot bod, he can’t refuse. We scharrelen het bij elkaar via crowdfunding. En weer bouwen we een huisje. En weer zetten we een stuk grond af. En dan zijn de Slagersmeiden welkom. Feest! Komt allen! De slager trakteert op zelfgemaakte vegaburgers.



uit het Familie Bofkont Boek – 36ste druk
Copyright Dafne Westerhof / Het Beloofde Varkensland

Het Familie Bofkont Boek is te bestellen via
https://familiebofkont.nl/boek-bestellen