‘Zal ik jou eens wat zeggen? Je gelooft het nooit.’ Van schrik zit ik rechtop in bed. Wie belt er nou om drie uur ‘s nachts? Dennis. Er zal toch niks met Betsy zijn of met een van haar kinderen?
‘Er loopt een zwart beertje in het bos! Ik rook een beertje en dacht hoe kan ik nou een intact beertje ruiken? Maar toen ik hem hoorde knorren, wist ik het zeker. Ik zag geen hand voor ogen, maar ik heb hem gevonden! Hij loopt nu achterin, aan de kant van Deloitte. Hij is erg bang. Wat zal ik doen?’
‘Moet ik komen?’
‘Nee, blijf maar liggen. Ik ga nu proberen hem naar de andere kant te loodsen, in dat afgezette stuk, weet je wel.’
En terwijl Dennis door het donkere bos struikelt, valt bij mij ineens het kwartje. Natuurlijk! Die jongen die vandaag aan de poort stond met dat rare verhaal. ‘Stuur maar een mail’, had de dienstdoende bofkontboer gezegd. ‘Daar gaat Dafne over.’
‘Gisteravond stond er als studentengrap een hangbuikzwijntje voor de deur. Echter wonen wij op 4 hoog in Amsterdam en hebben wij verder geen mogelijkheid om het dier te houden. Daarom zijn we spoedig op zoek naar een geschikte plek voor het dier.’
Er zat een foto bij van een klein zwart varkentje dat op een balkon ligt tussen een stel Bavaria kratten. En ik begon te denken. Een vriendje voor Big zou niet gek zijn. Het gedumpte wilde zwijntje van de Veluwe is jammer genoeg nooit komen opdagen. Toch nog afgeschoten? Faunabeheer Veluwe zegt dat dat onmogelijk is. Waar dat beestje dan gebleven is, zal dus altijd een onopgelost raadsel blijven.
Big loopt in en uit en slaapt bij voorkeur bij mij. Reuze gezellig, zo’n stevig roze lijfje tegen je aan, maar het wordt zo wel een bende, niks is veilig voor hem. Mijn arme boeken die overal om me heen op stapeltjes liggen, hebben het zwaar te verduren. Overdag maakt Big contact met Zeeman & Co aan de veilige kant van de afscheiding want Pinokkio moet helemaal niks van hem hebben en dat steekt dat kleine krengetje niet onder stoelen of banken.
Verder scharrelt Big sniffend rond voor de boerderij, hij heeft een infectie in de voorste luchtwegen. Daar krijgt hij medicatie voor, dus al met al maakt hij het goed, maar ik gun hem nog een eigen maatje voor een lang & gelukkig leven bij Familie Bofkont.
Ik mailde dus terug dat ik er even over na ging denken, en vroeg wat het was, een beertje of een zeugje. Er kwam meteen antwoord:
‘Bedankt voor uw reactie. Echter is het hangbuikzwijntje vanmorgen al opgehaald’.
De volgende ochtend in het Bofkontbos weet ik het zeker. Dit is dat zwarte intacte zwijntje van de foto. Doorgestoken kaart dus. Betsy’s roze lummels hadden hem wel kunnen slopen. En wie weet heeft hij Betsy wel gedekt. Want die altijd zo bescheiden Betsy ligt nu slap als een verliefde sloerie tegen het gaas. Je ziet haar denken: wát een stuk!
Copyright Dafne Westerhof / Het Beloofde Varkensland
https://familiebofkont.nl/boek-bestellen