Moeder Kraak stond gisteren ineens op het pad. Te eten! De tijd die ze nog heeft is beperkt, maar die néémt ze. Voorlopig heeft ze de regie nog en kan ik niet anders dan dat stoere wijffie met bewondering volgen.
‘Wat een narigheid en verdriet weer.’ Een veelgelezen reactie.
Ik kijk daar anders naar.
Moeder Kraak is niet de eerste die gaat en zeker niet de laatste. De meeste mensen nemen gemiddeld een paar keer in hun leven afscheid van een geliefd dier.
Op Het Beloofde Varkensland is dat anders.
Toen de eerste biggetjes en kalfjes nog in de rondte dansten, wist ik wel dat het hier op een dag Six Feet Under Voor Boerderijdieren zou worden. Dat is nu eenmaal de consequentie van ze niet opeten. Alleen leek dat toen nog zo ver weg.
Nu zitten we er midden in. Verdriet. Zeker. Maar narigheid? Met dat woord zou ik Moeder Kraak tekort doen.
De weg naar sterven is een intiem proces. Daar bij te mogen zijn is een voorrecht. Meer dan ooit voel ik me verbonden met haar, verbonden met alle Bofkonten die haar al voor gingen.
Narigheid? Nee. Schoonheid.
Schoonheid is een mensenrecht, zei Maxim Februari gisteravond in de troostrijke uitzending van Zomergasten.
Maar niet alleen een mensenrecht. Schoonheid is ook een dierenrecht.
Wordt Vervolgd.