Precies een week geleden gebeurde het. Op de dag van de crisis van Repelsteeltje. Een ongeluk komt zelden alleen.
Hoe is het nu met De Moeder van Sjonnie?
De Moeder van Sjonnie maakt het uitstekend. Ze krijgt de allerbeste pijnstiller – peperduur paardenspul – en daar doet ze het goed op. De lieve schat is nog net zo enthousiast als altijd.
Alleen baalt ze dat ze haar huisje niet uit mag. We proberen haar zoveel mogelijk tegemoet te komen door haar onder toezicht uit te laten. En hup daar zat ze meteen in het nieuwe huisje van Willy & Co.
De Moeder van Sjonnie is altijd al van de huisjes geweest. Als er een Funda-Voor-Varkentjes bestond zat ze daar de hele dag op te loeren. Haar huidige huisje heeft ze van Betsy afgetroggeld. Net zo lang gekraakt tot de bescheiden Betsy de benen nam en niet anders meer kon dan een andere woning betrekken.
Buurman & Buurman hebben afgelopen weekend hard gewerkt om een extra huisje voor Willy & Co te bouwen. Een droog dak boven hun hoofd nu ze tijdelijk niet bij de Moeder van Sjonnie kunnen slapen. En, heel handig, ook als uitslaapkamertje na de verdoofde tandartsbehandeling.
Die behandeling van gisteren is verschoven naar een andere dag.
Twee zieken in de hulpploeg waren te veel. Met 5 varkens tegelijk onder narcose, Willy, Kleine Beer en de Drie Black Boys, hebben we sowieso al iemand nodig om voortdurend de ademhaling te controleren.
Ooit had Dokter Peter een slome assistent bij zich die niet uit zijn doppen keek en dat kostte die lieve Wim zijn leven. Sindsdien zijn we alerter dan ooit. 100% concentratie, niet kletsen, focus focus focus, puur alleen in het operatiemoment zijn, en anders niks.
Zen op Het Beloofde Varkensland gaat verder dan alleen bij de varkens liggen ;-)
Wordt Vervolgd.
PS
Als je wilt weten wie Wim was:
(uit het Familie Bofkont Boek)
Theo & Wim
varkensweeshuisWat doe je als je door een boswachter van Staatsbosbeheer wordt gebeld met de vraag of je kunt helpen? Dat hij twee gedumpte hangbuik- zwijnen moet doodschieten en het niet kan? Dan zeg je dat hij deugt omdat hij als ambtenaar tegen de wil van zijn baas in gaat, regelt een biggenoppas en gaat op pad.
Als varkensredder kom je nog eens ergens. Deze keer op een woest weiland ergens achteraf in de buurt van Veenendaal. Een paradijselijke plek, waar zich een klein drama afspeelt. Ambtenaar Theo staat ons al op te wachten, samen met zijn collega Wim. ‘Ze zitten daar’, wijst Theo, ‘kom maar mee’. Ik voel hun vrolijke opwinding. Dit maken ze niet alle dagen mee.
Hartje zomer, bloedheet. We struinen al een heel eind, maar nog geen varken te bekennen. Theo beent met grote passen, wijdse armgebaren en luide stem naar een rietoever. Ineens een brul en een grote zwarte harige flits. Luid blaffend vliegt er een varken langs ons heen.
We hebben het nakijken. ‘Verderop zit die andere’, vervolgt Theo zijn route, maar ik hou hem tegen. ‘Zo werkt het niet bij varkens, en zeker niet bij gedumpte, laat ons maar even.’
Het tweede hangbuikzwijn ligt aan de waterkant. Hoe gaan we dat sneue dier te pakken krijgen? Voorlopig nog maar even niks doen. Stel je voor dat die er ook vandoor gaat, dan staan we hier over een week nog. We moeten eerst een plan trekken. Ik overleg telefonisch met dierenarts P. Hij zal moeten komen met zijn verdovingsgeweer. Maar eerst moet het gevluchte varken terugkomen. En dat kan maar op een manier: met voer. Theo en ik stappen in de Staatsbosbeheer-jeep en gaan op weg naar een boerencoöperatie. D. en Wim houden de wacht. Als Theo en ik met een grote zak varkensbiks en drinkwaterbakken terugkomen, is alles nog hetzelfde. We strooien de biks uit, vullen de waterbakken en dat is het voor vandaag. Morgen zullen we weer op dezelfde plek en tijd komen voeren. P. komt dan en de vluchteling hopelijk ook weer…
De volgende dag is het terrein gemaaid! Wat erg. Het vluchtvarken is even terug geweest maar is er nu voorgoed vandoor. Hij is niet gek. Een gemaaid terrein geeft geen beschutting. Nu is hij bij een boer in de maisvelden gesignaleerd, een stuk verderop. Varkens vangen is een vak. Dat maaien had nooit gemogen. Voor vandaag zit er niks meer in dan contact proberen te maken met het varken aan de waterkant. Dat lukt. Maar morgen moeten we toch echt spijkers met koppen gaan slaan.
Dag 3. Ik rij de Volvo, D. volgt in het busje. Theo belt. Baas is het zat. Het zwarte monster uit de maisakkers zou de boerin aangevallen hebben. Hij moet nu dood. Ik sein D. in, en geef gas. Op de plek des onheils een telefoontje van P. ‘Ik heb een spoedoperatie, kan er niet eerder zijn dan vanavond.’
Wat nu? We regelen een dierenarts met toebehoren uit Ouwehands Die- renpark. Het hele dorp loopt uit. Theo stormt wild van angst het mais uit. Amper ‘plat’ te krijgen. ‘s Avonds laat ontmant P. Theo nog in het schijnsel van de koplampen. Bij Wim tanden en hoefverzorging. Theo en Wim? Ja. De woeste heet Theo en de zachtaardige, die achterin de Volvo ligt, is Wim. Diep in de nacht zijn we weer terug op Het Beloofde Varkensland. Bekaf, maar het is gelukt! Amstelveen, juni 2005.
uit het Familie Bofkont Boek – 31ste druk
copyright Dafne Westerhof – Het Beloofde Varkensland