MUK IS JARIG

MUK & GRANNY - vriendinnen voor het leven

Het meisje met de mooiste geboortedatum, 08 – 08 – 2008, is vandaag het feestvarken. Hoera voor Muk! Wat heb ik toch een bewondering voor fokzeugen. Al die lieve moedervarkens. Tweehonderd-en-vijf biggetjes op de wereld zetten en fluitend 11 jaar worden. Nog een paar maanden en dan is Muk alweer 4 jaar met pensioen op Het Beloofde Varkensland.

Was Granny er nog maar.

Als ik Muk zie, mis ik Granny. Dat doet Muk ook nog steeds. Granny missen. Ze heeft inwoning, daar niet van, maar hoe aangenaam dat gezelschap ook is, Granny is het niet. Waar ik aan zie dat Muk Granny mist? Aan de manier waarop ze ligt. Ze is wel samen met Moesje & Co, maar ook al liggen ze allemaal stijf tegen elkaar aan, Muk is er niet voor de volle 100 procent bij.

Ik loop al een poosje met een gedachte rond.

Zou Muk nog opbloeien van een paar roze lummeltjes om zich heen? Twee van die kleintjes, zo uit de bio-industrie vandaan? Drie, 4 weken oud, op het moment dat ze toch van hun moeder gescheiden worden en dan niet naar de afdeling vleesvarkens, maar rechtstreeks naar Muk. Zou Muk daar nog blij van worden? Ze is er nog vitaal genoeg voor. Maar ja die wetten hè en die praktische bezwaren…

Eerst maar eens een terugblik.

https://boek.bfknt.nl/illustratie-de-grannies.jpg

DE GRANNIES
zeugenrusthuis de oude muk

‘Dafne wil je nou nog wat met die 1727? Na deze worp ben ik van plan haar op te ruimen.’ De boer houdt woord. Hij had beloofd me te waar- schuwen als het einde van fokzeug 1727 in zicht kwam. Maar wat komt dit slecht uit. Ik heb m’n handen vol aan de inburgering van Bokita, het reilen en zeilen op Het Beloofde Varkensland plus een grootschalige reorganisatie bij Betsy en haar biggen in het Bofkontbos. De tweede verjaardag van haar kinderen hebben we daar inmiddels gevierd en het is niet meer voor te stellen dat dit stelletje roze lummels ooit van die snoezige kleine biggetjes waren.

En dan is het nu al tijd om na te denken over het lot van zeug 1727.

Wat wil ik met haar? Van alles. Dat wil zeggen: ik wilde van alles met haar. Het was fokzeug 1727 die bestemd was voor het Bofkontbos. Zíj was degene die haar biggetjes in het bos zou krijgen. Maar het liep alle- maal heel anders door wetten en praktische bezwaren. Want toen ik haar in de voorbereidende fase nog eens ging opzoeken bij de boer keek ze me ineens met een gemeen oogje aan. Nee, dacht ik. Met haar durf ik zo’n avontuur niet aan. En toen viel mijn oog op Betsy.

Maar ik had nog wel iets anders in het verschiet voor 1727. Ook oude kribbige zeugen die je onverwacht in je kont kunnen bijten hebben recht op een pensioen na zoveel jaren in de kraamkooi.

De boer overvalt me met zijn vraag. Tijd om er eens even goed voor te gaan zitten. Eén zeug is geen zeug. Dus 1727 moet een vriendin mee mogen nemen. Heeft hij nog zo’n oudje? Ja die heeft hij. Nummer 1585. Maar die ‘zit nog met big’. Dat is geen bezwaar want 1727 moet ook eerst nog werpen.

Tijdens het gepuzzel aan de keukentafel over hun zicht op vrijheid, laat de boer zich ontvallen dat er nog eentje is. De oudste van allemaal, nummer 1544. De oudste fokzeug van Nederland. Goed voor 306 biggen. Ook haar tijd zit er op. Naar de slacht? Zo’n heldin?

En zo wordt 1544 natuurlijk ook een potentiële pensionada voor een mooie oude dag bij Familie Bofkont. We plannen het voorjaar van 2016. Dan zijn de dames 1727, 1585 en 1544 welkom in Zeugen- rusthuis de Oude Muk.

Maar het loopt anders. Door een ongelukkige bedrijfsvergissing komt zeug 1585 toch op de klep terecht. De boer kan zich wel voor de kop slaan, maar hij kwam er te laat achter. Hij baalt als een stier als hij mij het slechte nieuws moet vertellen dat zeug 1585 toch in de frikandellen is verdwenen.

Om nog meer akelige misverstanden te voorkomen raadt hij ons aan om 1727 en 1544 al voor de Kerstdagen op te halen.

De boer is in zijn nopjes dat zijn álleroudste blijft leven. Hij heeft iets met haar en geeft ons een zelfgemaakte poster mee: 1544 bedankt! Zij zal voortaan met de naam Granny door het leven gaan.

En 1727 wordt Muk. De pensionada’s krijgen een winterhuisje op Het Beloofde Varkensland met een kerstster voor het raam. Komende lente brengen we ze dan wel naar hun eigen Zwitserleven eiland.


uit het Familie Bofkont Boek – 31ste druk
Copyright Dafne Westerhof – Het Beloofde Varkensland