La Mama is oud. En met oude dieren is het net als bij oude mensen: er kan ieder moment iets gebeuren. Een poosje terug vroeg, wat zeg ik, sméékte een van de bofkontboerinnen of ik haar wilde bellen als…
Gisteren belde ik haar.
La Mama lag in de blakende zon. Na een kwaaie bui, gebijt in hout, gegrom en gesnauw, was ze daar omgevallen, niet meer in staat om overeind te komen. Gauw een laken boven haar hoofd geknoopt. Koekjes wilde ze niet, stukjes appel wel, aaien ook, maar alleen met meer dan 100% toewijding. De enkele gedachte die niets met haar te maken had merkte ze feilloos op, en dat viel beslist niet in goede aarde. Nog maar een extra pijnstiller ook, het laatste wat je wil is dat je dieren pijn lijden.
Ze ademde steeds rustiger, we temperatuurden, haar grote melk-ader werd minder zichtbaar, we zagen witte puntjes aan haar tepels (=slechte doorbloeding) en belden Dokter Peter. ‘Kun jij eventueel vanavond, La Mama, misschien is het zover, we houden je op de hoogte.’
Daar was de bofkontboerin.
We dronken koffie bij La Mama. Ach jee, ach jee, zou het dan nu toch zover zijn? Drie weken na haar 15e verjaardag, eens komt er een eind aan, voor ons allemaal, maar we willen het niet, kijk ze lijkt nu diep te slapen, en zo spraken en keken we wat af.
Intussen had Mem zich bij ons gevoegd: ‘Zeg, als La Mama die koekjes niet wil… hiér met die koekjes!’ En ik legde het ene na het andere koekje op haar ruwe koeientong. De rol was op. La Mama gaf nog steeds geen krimp.
Alsof ze in de tropen onder een klamboe lag te rusten, zo lag ze er bij onder die witte lap. Wat een geluk, geen workshop, geen pottenkijkers, het voorgenomen kluswerk moest maar wachten. Deze hele dag, misschien haar laatste, was voor La Mama.
Ineens maakte ze aanstalten. Gemaai met poten, steeds weer opnieuw proberen. Zoeken naar houvast, waar kon ze zich tegen afzetten? Eindelijk op haar kont, ze draaide op haar billen een rondje van 180 graden. Ziezo. Nu zat ze in de goede richting.
Toen had ze hulp nodig. De laatste zet om om tot staan te komen. Een, twee, drie. Gegrom, gebrul, daar stond ze. He lekker. Nu kon ze ook weer in de planken bijten. Wankel evenwicht, maar het het lukte haar om zichzelf in de benen te houden.
En toen? En toen?
Op weg naar de varkensmassage-salon verscheen Koentje ten tonele. Zomaar, vanuit het niks. En toen konden we Dokter Peter weer bellen: ‘La Mama is berig!’
Fijne Tweede Pinksterdag allemaal!