En dan zie ik op televisie een ontdane boer. Kijk nou! De boer van Kleine Beer! Beproefde truc van de verslaggever: “Ik zie dat het u emotioneert.” Onmiddellijk heeft hij beet: de boer van Kleine Beer breekt. Wat blijkt? De dierenactivisten van Boxtel hebben nieuwe stalbezettingen aangekondigd. En hij staat bovenaan op hun lijst. Maar waarom uitgerekend déze boer? (Kleine Beer, pagina 159).
Een paar jaar later duikt hij weer op in de media: ‘Voorbeeldboer stopt ermee’. “Ik heb alles voor mijn varkens gedaan zoals de samenleving het wil maar ervoor betalen, ho maar. Ik voel me echt in de steek gelaten.”
De boer van Kleine Beer heeft zeker zijn nek uitgestoken om het ‘de consument’ naar de zin te maken. Weg met die kraamkooi, moeder en biggen bij elkaar, maar als zich dat niet uitbetaalt houdt het op. Ik heb met hem te doen maar ruik ook een kans. Dit is hét moment om weer een fokzeug vrij te kunnen kopen. Zou hij daar in mee gaan?
En zo komt Eénoogje in beeld. Zij is een van zijn 600 fokzeugen en staat op de nominatie van de slacht maar de boer gunt haar een pensioen op Het Beloofde Varkensland. “Ze heeft een oog maar ondanks haar handicap zorgde ze altijd goed voor haar biggen.”
Eénoogje is de uitzondering op de regel. Zonder dat ik haar gezien heb, zelfs geen foto, weet ik al hoe ze heet. Ik vernoem haar naar het sprookje van Grimm: Eénoogje, Tweeoogje en Drieoogje. “Maar ze ligt nu in de kraamstal,” zegt de boer, “en daarna moet ze nog een rondje mee.” Ik reken snel uit: zo’n 6 maanden geduld dus nog.
Tijd genoeg om van alles te bedenken. Waarom ook geen Tweeoogje en Drieoogje erbij, twee bofkontjes uit haar laatste nest? En is dat wel verantwoord, want ook zij worden oud en na zoveel bofkonten weet ik als geen ander wat me nog financieel te wachten staat.
Dan trekt een superfan van Familie Bofkont mij over de streep met een mooie donatie en na haar volgen er meer. Ik durf het aan. Twee biggetjes er bij uit het laatste nest van Eénoogje. Meisjes. Geen jongens. Geen gesodemieter meer met toekomstige slagtanden.
Op 29 oktober krijgt Eénoogje haar zoveelste lading kersverse biggetjes, 16 in totaal. Maar 2 zijn niet levensvatbaar en 2 gaan naar een andere moeder. Er blijven dus 12 over voor de 12 spenen van Eénoogje.
Ik ‘bestel’ er 4. Mét staartjes. Zonder oormerken. Wie had toen gedacht dat Eénoogje al haar meisjes én jongens mee naar Familie Bofkont zou nemen? Ik niet. Maar na een slapeloze nacht bel ik de boer op de Grote Dag en ik hoor het mezelf zeggen: “Mogen ze allemaal mee?” En zo rijden we op de late avond van 17 december met een wagen volgeladen naar Het Beloofde Varkensland. Dit waargebeurde varkenssprookje wordt hét Kerstverhaal van het lockdownjaar 2021.
‘Zo willen we het zien!’ roept een ‘consument’ op FB. ‘Op stro en niet op beton! Ik hoop dat de boer dit ook ziet! Is hij Vriend geworden? Als hij dit als voorbeeld ziet gaat hij misschien over op de ouderwetse manier!’
Copyright Dafne Westerhof / Het Beloofde Varkensland
https://familiebofkont.nl/boek-bestellen