Twee jaar geleden kreeg ik een mail over een agressief hangbuikzwijntje. Barry. Barry was net opgenomen bij een zorginstelling, de bedoeling was dat hij daar verzorgd zou gaan worden door de cliënten.
Maar Barry was boos. Niet zomaar boos, gevaarlijk boos, echt gevaarlijk. Zijn slagtanden hadden al voor meerdere gewonden gezorgd die allemaal naar de Spoedeisende Hulp moesten, denk daarbij aan een geval van 9 hechtingen in één kuit…
De nieuwe eigenaar riep mijn hulp in. Op de een of andere manier viel ik meteen als een blok voor dit agressieve monstertje. Ik had met hem te doen. En ik voelde dat het goed zou kunnen komen, mits de nieuwe eigenaar daar de persoonlijkheid voor had, én alle geduld van de wereld zou kunnen opbrengen.
Ik besloot me in Boze Barry te verdiepen. En werd steeds bozer.
Als big in huis, alleen, mee op vakantie naar Oostenrijk in een open pickup truck (!), en toen hij groter werd verbannen naar de tuin, waar hij 7 maanden moederziel alleen zat, he-le-maal alleen, omdat zijn baasje was vertrokken naar Sri Lanka en zijn zus kwam eten brengen. Maar zus werd bang voor Boze Barry en via de Dierenbescherming kwam hij terecht op zijn nieuwe adres.
Ik schrijf dit nu zo even op, maar ik heb net de hele correspondentie weer door zitten spitten.
Voor ik in kaart had hoe alles zat: Barry’s achtergrond, wel/niet gecastreerd/binnenbeer, wanneer hij aanviel en hoe dat dan ging, wie daar bij betrokken waren, wat ze wel/niet deden, méns wat zijn daar een berg mails overheen gegaan.
En toen aan de slag met aangepaste huisvesting en één vaste verzorger. En hoe die verzorger zich wel/niet moest gedragen als hij het landje van Boze Barry op moest.
De nieuwe eigenaar wist het verschil niet tussen beer en zeug, laat staan borg, dat is hem niet aan te rekenen, maar van de Dierenbescherming zou je toch meer mogen verwachten.
Lang verhaal kort: Peter heeft Barry gecastreerd, en toen Barry agressief bleef en het leek of iedereen het op wilde geven: euthanasie? herplaatsing?, ben ik blijven hameren op geduld geduld en nog eens geduld. Geef hem nog 3 maanden, pleitte ik, je zult zien, het gaat goed komen. Barry komt van ver, getraumatiseerde hangbuikjes komen van heel ver, maar het kán goed komen, alleen het geheim is álle geduld van de wereld. Neem de tijd. Tijd, tijd en nog eens tijd.
Barry woonde die hele periode apart, maar wel naast Geer en Goor voor het broodnodige varkenscontact. Geer en Goor, eveneens hangbuikjes, kwamen ook van elders. Hun vorige baas zei mannetjes, maar zijn vrouw beweerde bij hoog en laag dat Geer en Goor dames waren. En hun dierenarts? Die hield het op twee zussen. Maar over één ding waren ze het allemaal eens: Geer en Goor waren ‘geholpen’ door de fokker. (Ik zit al zo lang in het varkensvak dat ik nergens meer van opkijk).
Op Valentijnsdag kreeg ik weer bericht.
Die dag nam Barry zijn intrek bij Geer en Goor, hij liet zich al maanden knuffelen. Boze Barry werd Blije Barry. Zijn baasje was ook heel blij, want als hij eerder had opgegeven was het triest voor Barry geëindigd, schreef hij.
En ik ben ook zo blij als maar kan. Het heeft twee jaar geduurd, maar nu is het dan toch eind goed, al goed.
Barry heeft het getroffen met een verzorger die de zorg voor hem serieus genomen heeft. Dat zouden meer mensen moeten doen. Varkens serieus nemen. Scheelt een hoop varkensleed.
Fijne maandag allemaal!
QUOTE VAN DE DAG
‘We hebben je hele site van A tot Z bestudeerd en zijn al veel wijzer geworden. Geweldig dat je al die informatie deelt!’
Huub G.
#minivarken #hangbuikzwijn #agressief #blij #geerengoor