Een paar weken terug was Oom Bert niet goed. Bij het ontbijt kwam hij niet overeind, wou niks hebben, zelfs zijn boterham met pindakaas niet.
Hij lag daar maar. Stilletjes. Ontbijtkoek dan? Ook niet.
Zou er dan toch meer aan de hand zijn dan alleen zijn stramme-oude-mannen-benen? En hoe kregen we die Peperdure Pijnstiller naar binnen? Zelfs op de dan-in-godsnaam-maar-die-rotprik reageerde hij nauwelijks.
Aaien dan maar over zijn grote warme varkensbuik. Dat vond ie wel fijn. Een beetje. Ach Oom Bert, Oom Bert, blijft toch nog wat langer. De kleintjes hebben je nodig. Je fans hebben je nodig. Wat moeten die zonder jou? En ik kan je toch ook heel niet missen? Niemand kan je missen.
Halverwege de dag wilde hij wel wat appels. En aan het eind van de dag stond ie op en ging bij de deur staan. Oom Bert wil er uit! riepen we tegen mekaar. Doen? Ja natuurlijk doen! Als Oom Bert dat wil dan wil hij dat.
En daar ging ie. Aarzelend, strompelend. Al gauw bleek waarom. Piesen. Hij deed er lang over, erg lang. En toen dat eindelijk klaar was, brak er een zonnetje door, nog net even, het zou weldra gaan schemeren. Hij liep nog een stukje verder, voorzichtig, stapje voor stapje, en daar stond Oom Bert, zo broos, zo mooi, in betoverend licht.
We keken en keken en hieden onze adem in.
Herman & Co stonden onder de hooikap. Verder was er niemand meer op het erf. Alle varkens hadden zich al teruggetrokken voor de nacht. Oom Bert had het rijk alleen. De laatste keer? Was dit de laatste keer?
En de kleintjes dan?
Oom Bert zou ze toch mee naar buiten nemen? Ze wegwijs maken in de grote buitenwereld, de groep in? Hij zou ze toch als behoedzame oom inleiden in het vrije varkensbestaan?
Dát was de eerste keer dat ik de kleintjes naar buiten liet.
Onverwacht, totaal niet voorbereid, maar was er keus?
(Is veel materiaal van, nog niet uitgewerkt).
Terug naar afgelopen zaterdag. De eerste lentedag.
Oom Bert deed een dutje (op de plek waar Eénoogje altijd een dutje deed). De kleintjes lagen te zonnen voor het raam. Tot Brody daar wilde liggen. Tot Oom Bert vond dat Brody niet altijd zo de baas moest spelen.
En toen.
Oom Bert keek uit het raam. Kom op jongens, de zon schijnt. We gaan weer naar buiten!
En wat deed Oom Bert? Hij huppelde.
Oom. Bert. Maakte. Een. Huppeltje.
En daar gingen ze. Voor de tweede keer.
Wordt Vervolgd.
QUOTE VAN DE DAG
‘Oom Bert verdient een standbeeld.’
Liesbeth van K.
#varken #biggetjes #vleesindustrie #lente