Met grote regelmaat krijg ik mails van mensen die ‘een biggetje uit de bio-industrie willen redden’. Dat gaat dan meestal zo: ‘Dafne, ik ga een biggetje uit de bio-industrie redden!’ Mag ik het dan
naar Het Beloofde Varkenland brengen?’
Of:
‘Hey Dafne, ik heb een biggetje uit de bio-industrie gered. De eerste week ging het nog wel. Nu maakt hij alles kapot. Mag hij bij jou?’
En deze hoorde ik onlangs:
‘Wat er in de bio-industrie gebeurt vinden wij verschrikkelijk. Nu zijn we van plan binnenkort een big te ‘bevrijden’ (lees: stelen). Nu alleen nog een adres. We dachten aan Het Beloofde Varkensland.’
Als geen ander snap ik de goede bedoelingen.
Maar om bij de laatste te beginnen: mijn mond viel open. Midden in de nacht een big stelen bij een varkensboer? Nee, dat is niet stoer. Los nog van het laffe stelen is dat van een verbijsterende naïviteit. Wat denk je dat er gaat gebeuren?
Til maar eens een big op.
De big zal vechten voor zijn leven. Hij zal moord en brand schreeuwen. Door zijn gekrijs in doodsangst (want optillen staat gelijk aan verslonden worden door een roofdier), slaan alle varkens van het bedrijf alarm. ALLEMAAL.
Niet alleen de boer en zijn vrouw zitten onmiddelijk rechtop in bed. Heel Nederland zit rechtop in bed.
Met andere woorden: Hoe ondoordacht kun je handelen? Wat doe je dat biggetje aan? Wat doe je de andere varkens in dat bedrijf aan? En wil je echt een medemens de stuipen op het lijf jagen?
Ik zal nooit het doodeenzame varkentje vergeten. Verbannen naar de zolder bij een vrouw thuis. Ook zij wilde een biggetje redden. Toen het beestje snel groeide was het niet meer in de huiskamer te mannen. Het varkentje verdween in een bench naar zolder. Alleen. De vrouw was de hele dag uit werken. Toen ik mijn hoofd door het trappengat stak, was de stakker uitzinnig van vreugde. Eindelijk! Daar is iemand!
We hebben het varkentje naar een ander adres gebracht. Daar werd ze groot en vernielzuchtig. Zo zijn varkens. Ze bracht haar baasjes tot wanhoop. Als ze dat geweten hadden waren ze er nooit aan begonnen. En zo heb ik voorbeelden te over. Het Beloofde Varkensland grossiert in roze lummels, door anderen als biggetje ‘gered’.
Nog steeds zin om ‘een biggetje te redden’?
BIGGEN REDDEN VOOR BEGINNERS
1.
Zorg dat je een weldoordacht plan hebt van zo’n 10, 15 jaar vooruit.
2.
Zadel geen anderen op met ‘jouw geredde big’.
3.
Dat betekent: ZELF de verantwoordelijkheid en verzorging op je nemen tot hun laatste snik op jouw eigen geschikte plek.
4.
Hún laatste snik? Ja. ALTIJD 2 biggetjes. NOOIT 1.
5.
Ga naar een varkensboer en overtuig hem van je goede bedoelingen. Oprecht. Geen verborgen agenda’s.
6.
Wil de boer meewerken? Toon hem je dankbaarheid. Betáál voor de 2 biggetjes. (Als jij een winkel hebt, geef je je spullen ook niet gratis weg ;-) ).
7.
Bedenk dat de 2 biggetjes niks liever hadden gewild dan bij hun broertjes en zusjes blijven. Ja, ook in de bio-industrie. Je moet je biggen kunnen garanderen dat ze een moordleven krijgen tot hun laatste snik. Bij jou. Pas dan kun je zeggen dat het doel de – uitsluitend legale – middelen heeft geheiligd.
Fijne vrijdag allemaal!
PS
Je kunt je goed inlezen op:
http://www.minivarkens.nl
VAN AANBIDDELIJK TOT ZWIJNENSTAL
Het hele varkensalfabet geldt voor:
‘Mini’varkens
Bio-industriebiggetjes
Volwassen bio-industrie varkens
‘Wilde’ tamme zwijnen