Granny zag er verbazingwekkend goed uit. Voor haar leeftijd. Voor haar staat van dienst.
Bij de Moeder van Sjonnie dansen haar uitgelubberde theezakjes vrolijk heen en weer bij
iedere stap die ze zet. Zo niet bij Granny. Granny had een strakke buik. Geen mens ter wereld
geloofde dat zij 306 biggetjes had gezoogd. Recht van lijf en leden en met haar bezielde
ogen, rechts blauw, links bruin, wat je noemt een knappe verschijning.
Maar aan ieder leven komt helaas een eind.
Na haar tia ging Granny in rap tempo achteruit. Lopen kostte steeds meer moeite. Dapper bleef
ze tot het laatste moment. Zaterdag was er even lichte paniek. Bofkontboerin Saskia sloeg alarm:
‘Keiler loopt bij de Grannies!’
Maar niet voor lang.
Om te beginnen stond Muk de inbreker op te wachten. ‘Wát nou?!’ En toen strompelde Granny
ook nog haar huisje uit. ‘Oprotten! Jij hebt hier niks te zoeken!’
Daarna ging ze snel weer liggen. Toen begon het beven. Van de inspanning? Stress? De kou? Haar lekker
instoppen was er niet meer bij. Ze kon het gedoe om haar heen niet meer verdragen. Was pijn misschien de
oorzaak? Maar de zware pijnstillers maakten haar ook niet meer echt rustig. Eten deed ze al ook
al weer een paar dagen niet meer.
Wat konden we nog voor Granny betekenen? Af en toe wat voorzichtig masseren. Dat vond ze nog
wel een beetje fijn, maar niet te lang. Toen wist ik het zeker: Granny is klaar met leven.
Wordt Vervolgd.
PS
Lydia van de gehaakte Bofkont Biggetjes deed een bijzonder verzoek namens de dames van de haakclub:
‘Zou jij Granny vrijdag een gehaakt biggetje mee willen geven? Heeft ze toch 1 van haar kinderen
bij zich op haar laatste reis.’
Wat een mooie gedachte!
Natuurlijk doe ik dat. Er zijn ook al boeketten gebracht van de Bofkontboeren en -boerinnen.
Granny zal er morgen mooi bij liggen.