Ze heet Pinokkio en woont morgen al weer een maand op Het Beloofde Varkensland. Via omwegen komt ze van een farm waar ze grossieren in leugens. Deze farm noem ik de Pinokkio Farm.
In haar korte leventje is Pinokkio al van hort naar her gegaan. ‘Kleine varkantjes zijn heel makkelijke huisdieren en kunnen goed met uw honden’. Maar dat is gelogen.
Biggetjes zijn prooidieren en honden zijn jagers. Zo simpel is het. Op het eerste adres ging het dan ook goed fout. En zo werd Pinokkio teruggebracht naar de Pinokkio Farm. Daar begon het wachten van dit inruilertje op een nieuw ‘baasje’. Een nieuw ‘baasje’ dat zou vallen voor kleine biggetjes, verblind van verliefdheid, niet meer in staat tot nadenken.
De tweedehands Pinokkio werd meteen 100 euro duurder, want heel speciaal, zij zou – in tegenstelling tot de andere varkentjes op de farm – een IETS LANGER NEUSJE KRIJGEN. En dus moest er geen 550 euro voor betaald worden, maar 650 euro.
Ik verzin dit niet.
Na een paar dagen bleek Pinokkio al een kat in de zak. Ze krijste als ze opgetild werd. Nog zo’n leugen: ‘Je kunt ze heel makkelijk optillen’.
En voor de keeshond des huizes raakte ze buiten zinnen van angst. Niet zomaar bang, maar complete paniek. Te vergelijken met een paard dat op hol slaat: niet meer tot zinnen te brengen. Om haar weer een enkele reis terug naar de Pinokkio Farm te besparen werd ze naar Het Beloofde Varkensland gebracht.
En nu?
Pinokkio is in alles een echt varken. Hoe klein ze nog is, en ik zeg met opzet NOG, want natuurlijk gaat ze het postuur van een normaal erfvarken krijgen. Weer zo’n leugen: ‘Ze blijven klein’.
Maar er huist nu al het karakter van een rouwdouwer in haar. Krijsen als ze iets wil, nog harder krijsen als ze haar zin niet krijgt en wroeten als een dolle. Leugen nummer zoveel van de Pinokkio Farm: ‘Onze varkentjes wroeten niet’.
Miss Dwingeland zou een perfecte naam voor haar zijn. Maar ze is leuk. Ze is leuk omdat ze hier die onstuimige varkensaard kan en mag uitleven.
Ze scheurt rondjes om de hooikap, wroet achter op het land, en maakt alles kapot wat kapot kan. De andere bofkonten kijken verbaasd op van dit onderdeurtje, ze gaat volkomen haar eigen gang, heel stoer verkent ze de grote varkenswereld op het wijdse en grote Beloofde Varkensland.
En dan eindig ik met de grootste leugen aller leugens: ‘Ze zijn heel makkelijk in huis te houden: een grote bench volstaat als je naar je werk bent’.